Nationaal Hervormingsprogramma 2014

Dit nationaal hervormingsprogramma bevat de maatregelen die de Federale Regering en de regeringen van de gewesten en de gemeenschappen de afgelopen 12 maanden hebben genomen en die gericht zijn op het bereiken van de doelstellingen opgenomen in het nationaal hervormingsprogramma van april 2011. De regeringen geven in dit programma uiting van de overtuiging dat structurele hervormingen noodzakelijk zijn voor het bereiken van de doelstellingen, en dat de vooropgestelde en geactualiseerde begrotingsdoelstellingen moeten worden bereikt.

De ambitieuze doelstellingen van het nationaal hervormingsprogramma van 2011 worden bevestigd, niettegenstaande de economisch uitdagende omstandigheden. De laatste observaties van de meeste indicatoren geven aan dat de evoluties bemoedigend zijn en dat voor een aantal van die indicatoren de evoluties zelfs beter zijn dan de al zeer ambitieuze doelstellingen. Dit is bijvoorbeeld het geval voor de indicatoren die verband houden met de O&O-uitgaven, de uitstoot van broeikasgassen, hernieuwbare energie en tertiair onderwijs. Anderzijds moet erkend worden dat sommige indicatoren, zoals de evolutie m.b.t. armoede en sociale uitsluiting, teleurstellend zijn. Dit hangt ongetwijfeld samen met de moeilijke economische toestand. Bovendien is budgettaire consolidatie noodzakelijk voor het behoud van onze welvaart en ons sociaal stelsel.

Daarenboven hebben de Federale Regering en de gewestelijke regeringen eind november 2013 een pact voor competitiviteit, werk en relance afgesproken dat verschillende maatregelen bevat om de competitiviteit van de ondernemingen te verbeteren en de koopkracht van de burgers te versterken. Zo heeft de Federale Regering maatregelen genomen voor de daling van de loonkost, het versterken van de werkbonus voor lage lonen, het versterken van de voortgezette beroepsopleiding en een verlaging van de BTW op elektriciteit. Tevens werd de welvaartsvastheid van de sociale uitkeringen bevestigd en werden afspraken gemaakt over een ondersteuning van ontwrichte zones.

De Vlaamse Regering werkt hiervoor rond een aantal assen: de competitiviteitsprovisie wordt prioritair ingezet op lastenverlaging, inzetten op de vermindering van de energiekost, de ondersteuning van onderzoek & ontwikkeling en innovatie, de ondersteuning van investeringen van bedrijven, investeringen in menselijk kapitaal, ondersteuning van overheidsinvesteringen en ten slotte horizontale budgetten voor relance en concurrentiekracht.

De Waalse Regering heeft samen met de belanghebbenden een denkoefening gemaakt om de prioriteiten voor Wallonië in een langetermijnperspectief te identificeren. In navolging daarvan werd het "Plan Marshall 2022" door de regering aangenomen in december 2012. Dat plan stippelt de weg uit voor Wallonië om het hoofd te kunnen bieden aan de uitdagingen inzake competitiviteit, houdbaarheid van het milieu en de begroting, demografie en gezondheidszorg, alsook m.b.t. de overdracht van bevoegdheden. De eerste acties zijn reeds geconcretiseerd, waaronder de oprichting van een "Groupe des partenaires sociaux wallons" (GPSW). Het plan werkt bovendien in interactie met het relanceplan.

Na overleg met de Brusselse sociale partners besliste de Brusselse Regering in mei 2013 zich te richten op vier fundamentele assen die tot uiting komen in 29 kernmaatregelen met als doel tegen 2020 de voornaamste uitdagingen te kunnen aanpakken: de snelle bevolkingsgroei, het gekruist beleid Werk-Opleiding- Onderwijs, de strijd tegen de dualisering van de stad en haar internationalisering. De uitvoering van de maatregelen, waaronder 11 hefbomen om de competitiviteit te stimuleren, wordt op regelmatige basis opgevolgd door het Brussels Economisch en Sociaal Overlegcomité (BESOC).

Het is de overtuiging van de regeringen dat ze met de genomen maatregelen een antwoord bieden op de landenspecifieke aanbevelingen die België ontving in de Raad van juli 2013.

In dit nationaal hervormingsprogramma wordt ook gewaakt over een evenwichtige behandeling van de doelstellingen uit Europa 2020 en de antwoorden op de landenspecifieke aanbevelingen. Tegelijk wordt aandacht geschonken aan de engagementen die België nam in antwoord op het Euro Plus-pact en aan de door de Raad gesteunde prioriteiten van de Europese Commissie in de Annual Growth Survey van november 2013. Het is ook de overtuiging van de Belgische regeringen dat het Europees Semester de drie dimensies van duurzame ontwikkeling (economische, sociale en milieudimensie) op een gelijkwaardige basis moet behandelen. Zoals blijkt uit dit programma, verloopt de concretisering van de Europese verbintenissen van België ook via een sterke betrokkenheid van de verschillende entiteiten in de Europese processen en projecten die ontwikkeld werden in het kader van de vlaggenschipinitiatieven van de Europa 2020-Strategie.

De diepgaande studie van de Europese Commissie nodigt België ook uit om een ambitieus beleid te voeren om de door de Europese Commissie geobserveerde macro-economische onevenwichten weg te werken. De Belgische regeringen zijn ervan overtuigd dat dit programma hieraan beantwoordt.

Dit programma is tot stand gekomen dankzij een intensieve samenwerking tussen de Federale Regering en de regeringen van de gewesten en gemeenschappen. De hervormingsprogramma’s van de gewesten en de gemeenschappen worden opgenomen als bijlage in dit programma en beschrijven de specifieke maatregelen die zij genomen hebben meer in detail. Ook de sociale partners en het middenveld werden verscheidene malen betrokken bij de opmaak en de voortgang van het programma. België staat bekend om zijn dialoog, die zorgt voor een constructieve relatie tussen de werkgevers- en de werknemersorganisaties. Die contante dialoog en wederzijdse samenwerking met de verschillende sectoren van onze economie vormt een prioriteit voor de verschillende regeringen. Het is een belangrijke troef om investeringen te behouden en aan te trekken.

In het voorbije jaar hebben de regeringen ook akkoorden gesloten over belangrijke institutionele hervormingen in ons land die een beslag kregen in de zesde staatshervorming, die vanaf 1 juli 2014 in werking treedt. In de hierna volgende hoofdstukken komen deze aspecten die verband houden met structurele hervormingen, aan bod. Met de staatshervorming wordt het belang van de gemeenschappen en gewesten groter, waardoor het belang van een goede samenwerking tussen de Federale Regering en de gemeenschappen en gewesten nog verder vergroot. Er zal dan ook ingezet worden op deze samenwerking, met eerbiediging voor ieders bevoegdheden en met het oog op het verhogen van de efficiëntie in het land.

Zowel (inter)federaal als op het niveau van de gemeenschappen en gewesten werden voorbereidingen getroffen om de bevoegdheidsoverdracht zo goed mogelijk te laten verlopen. In de interfederale taskforce werden de protocollen die de samenwerking tussen de Federale Regering en de gemeenschaps- en gewestoverheden in de transitiefase regelen, behandeld. Deze protocollen worden door de Federale Regering en de Vlaamse Regering in de loop van van april 2014 goedgekeurd.

2014 is ook een scharnierjaar in België omwille van wetgevende parlementaire verkiezingen op 25 mei 2014. Om de periode na de verkiezingen optimaal voor te bereiden vonden de voorbije maanden talrijke werkzaamheden plaats over opties van structurele hervormingen. Ook deze initiatieven komen in de volgende hoofdstukken aan bod.