In het recente Landverslag over België is de Europese Commissie redelijk positief over de voortgang die is gemaakt met de structurele hervormingen van de economie. Tijdens de opmaak ervan hebben de federale regering en de regeringen van de gemeenschappen en gewesten de gelegenheid gehad de concepttekst te voorzien van opmerkingen en verduidelijkingen. Dat is als een meerwaarde ervaren.
In dit Nationaal Hervormingsprogramma brengen de verschillende regeringen verslag van de structurele hervormingen sinds de Landspecifieke Aanbevelingen van 2016, en geven ze aan welke maatregelen in de nabije toekomst verwacht mogen worden. De maatregelen zijn complementair aan de begrotingsmaatregelen die in het Stabiliteitsprogramma uitgewerkt worden. Ze komen naar de mening van de regeringen tegemoet aan de vaststellingen in het Landverslag, de Landspecifieke Aanbevelingen 2016, de prioriteiten van de Jaarlijkse Groeianalyse en het traject naar het bereiken van de Europa 2020 doelstellingen.
Het meest in het oog springend is de herziening van de Loonkostenwet uit 1996. Die herziening moet ervoor zorgen dat het loonkostennadeel, dat sinds 1996 ten opzichte van de buurlanden gegroeid is, niet oploopt, iets waar de oorspronkelijke wet niet effectief genoeg in bleek. Onder de nieuwe wet is zelfs niet uitgesloten dat het historische loonkostennadeel weggewerkt wordt, en kan een ongeveer gelijklopende evolutie van lonen en productiviteit bewerkstelligd worden. Op die manier wordt de concurrentiepositie van het land versterkt, wat kan leiden tot een verdere groei van de werkgelegenheid.
In het Landverslag werd dat laatste al als robuust aangemerkt, maar wel met de kanttekening dat bepaalde groepen daar onvoldoende in delen. Mede om daaraan tegemoet te komen is in 2016 een Federaal Plan Armoedebestrijding gelanceerd. Door de gewesten worden bovendien kortingen op de bijdragen voor de sociale zekerheid van bepaalde doelgroepen gegeven en een gericht activeringsbeleid gevoerd.
Twee andere grote dossiers waaraan gewerkt wordt zijn het investeringspact en de energietransitie. In september 2016 is door de federale regering een Nationaal Pact voor Strategische Investeringen aangekondigd. Dat staat in het verlengde van het Europees Investeringsplan en moet een stimulans worden voor publieke en private investeringen in strategische sectoren. De energietransitie staat in het kader van de nakende uitstap uit de kernenergie, maar dient ook de doelstellingen voor energie en klimaat. In beide dossiers zal er een sterke wisselwerking tussen de federale en gewestelijke niveaus zijn.
Op een aantal domeinen werd door middel van meerdere maatregelen vooruitgang geboekt. Dat gold onder andere voor de fiscale verschuiving, de bevordering en financiering van innovatie, de interne markt voor gereglementeerde beroepen, de modernisering van de industrie (Industrie 4.0), en de bevordering van het ondernemerschap. Ten slotte lopen er initiatieven voor de hervorming van het onderwijs en de concurrentie in de detailhandel.
In het proces van structurele hervormingen is er een nauwe betrokkenheid van de gemeenschappen en gewesten – zowel de regeringen als de parlementen – en de sociale partners. De hervormingsplannen van de gemeenschappen en gewesten zijn integraal in dit verslag opgenomen als Bijlagen 1 t/m 5. Zij geven een uitvoerige toelichting bij hun maatregelen ter uitvoering van de Landspecifieke Aanbevelingen. In deze programma’s worden ook de voortgang inzake de regionale Europa 2020-doelstellingen in beeld gebracht en de maatregelen die deze ondersteunen. Het advies van de sociale partners is ook in bijlage opgenomen.