Nationaal Hervormingsprogramma 2019

Dit Nationaal Hervormingsprogramma bevat de structurele maatregelen die de federale regering en de regeringen van de gewesten en gemeenschappen hebben genomen gedurende de laatste twaalf maanden, waarvan het doel tweeledig is:

  • een antwoord te bieden op de landspecifieke aanbevelingen van de Europese Raad aan België in juli 2018, met uitzondering van de aanbeveling m.b.t. de begroting en de overheidsschuld, die in het Stabiliteitsprogramma 2019 wordt behandeld. Concreet gaat het om (1) de begrotingsconsolidatie voort te zetten en de schuldquote terug te dringen, de budgettaire coördinatie over de overheidsniveaus te versterken, de pensioenhervorming voort te zetten, de stijging van de uitgaven voor langdurige zorg te beheersen, en ruimte te creëren voor openbare investeringen, (2) de werkgelegenheid te verhogen, in het bijzonder door ervoor te zorgen dat de meest achtergestelde groepen dezelfde kansen als anderen hebben op toegang tot het onderwijs en de arbeidsmarkt, en het diplomeren in STEM-richtingen te bevorderen, en (3) door administratieve vereenvoudiging het ondernemerschap en de concurrentie te vergroten, en de groeiende mobiliteitsuitdagingen het hoofd te bieden;
  • het bereiken van de doelstellingen geformuleerd in de Europa 2020-strategie op het gebied van werk, O&O en innovatie, onderwijs en vorming, energie en klimaat, en sociale inclusie.

De laatste beschikbare cijfers (2017/2018) over de voortgangsindicatoren m.b.t. de Europa 2020- doelstellingen, schetsen een eerder bemoedigend beeld. De werkzaamheidsgraad van 20- t/m 64-jarigen ligt sinds de economische crisis weliswaar onder zijn vastgestelde traject, maar vertoont wel een stijgende lijn. Ook gaan de werkzaamheid van vrouwen en het percentage jongeren dat niet werkt en geen opleiding volgt in de gewenste richting. De werkzaamheidsgraad van oudere werknemers heeft in 2018 de doelstelling van 50 % bereikt. Het verschil in werkzaamheidsgraad tussen Belgen en niet-EU-burgers, daarentegen, stagneert al enkele jaren. Het aandeel jonge dertigers met een diploma hoger onderwijs volgt het vastgestelde traject, dat ambitieuzer is dan dat voor de EU als geheel. Het aandeel voortijdige schoolverlaters heeft in 2016 de doelstelling van 2020 bereikt. Ook die doelstelling is ambitieuzer dan het gemiddelde van de EU. Met de uitstoot van broeikasgassen zit België op het traject om de doelstelling te halen. Dat geldt in principe ook voor het aandeel hernieuwbare energie en de O&O-intensiteit, maar daar dreigt wel een lichte achterstand te ontstaan. Met het terugdringen van het primair energieverbruik en het risico op armoede en sociale uitsluiting is al sinds 2012 geen wezenlijke vooruitgang meer geboekt.

De Belgische regeringen hebben hun engagement t.o.v. het bereiken van de Europa 2020-doelstellingen bevestigd. De speerpunten van 2018 en 2019 zijn werkgelegenheid, investeringen en mobiliteit. De Jobsdeal is een pakket van 28 maatregelen voor de werkgelegenheid. Essentieel zijn de invulling van knelpuntberoepen en de (her)activering van in het bijzonder werklozen, jongeren en ouderen. In wisselwerking met de gewesten is voortgang geboekt met het Nationaal pact voor strategische investeringen (NPSI) uit 2018. Tot 2030 wordt ongeveer 150 miljard euro vrijgemaakt voor mobiliteit, energie, digitalisering en onderwijs. Het mobiliteitsvraagstuk wordt verder aangepakt met investeringen in schone technologie en het bijsturen van de modale keuze. Behalve op de drie speerpunten is er vooruitgang geboekt met de fiscale verschuiving, de programma’s voor armoedebestrijding, gelijke kansen in het onderwijs, de bevordering en financiering van innovatie, de bevordering van het ondernemerschap, de circulaire economie, de hervorming van het onderwijs en de concurrentie in onder andere de detailhandel en de professionele diensten.